In mei heeft TNO de uitkomsten van de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) 2019 gepubliceerd.
De WEA 2019 uitvraag vond plaats in het najaar en de winter van 2019, nog net voor de Covid-19 crisis. Daarmee is een deel van de gegevens intussen achterhaald. Een belangrijk deel is nog altijd actueel. Bovendien kan de WEA 2019 beschouwd worden als een nulmeting, een nuttige beschrijving van de stand van het arbeidsbeleid van organisaties van voor de crisis.
Zeker is dat de impact van de Covid-19 crisis zich op de arbeidsmarkt en de factor arbeid de komende jaren fors zal manifesteren. De continuïteit van bedrijven en instellingen maar ook de arbeids- en inkomenszekerheid van velen staan onder druk. Veel organisaties nemen nu al noodgedwongen afscheid van hun flexibele schil. Tegelijk betekent dit ook dat meer activiteit en inspanning zal worden gevraagd van de overblijvende ‘vaste’ kern.
Interne flexibilisering en duurzame inzetbaarheid winnen daarmee beide aan belang in het post-Covid-19 tijdperk, voor zowel werkgevers als werknemers. Beide zijn ook nodig om adequaat te kunnen anticiperen op dominante megatrends die de komende jaren het speelveld zullen bepalen, waaronder digitalisering (of breder: technologisering), intensivering, vergrijzing en – inmiddels ongewisser – globalisering (zie onder meer recente adviezen en visies: In wat voor land willen wij werken? (Commissie Borstlap 2020); Het betere werk (WRR 2020); en Ongekend Talent, Brede Maatschappelijke Herwaardering (Ministerie van Financiën e.a. 2020). Interne flexibilisering – niet te verwarren met flexwerk - betekent het vergroten van de mogelijkheden om werknemers met een vast arbeidscontract ander werk te laten doen binnen hun eigen organisatie of in een pool van organisaties (bedrijvenpool). Duurzame inzetbaarheid richt zich op de mogelijkheden en de voorwaarden van werkenden om in huidig en toekomstig werk met behoud van gezondheid en welzijn te kunnen blijven functioneren. Gezondheid en het benutten van talent (kennis en vaardigheden) zijn kernaspecten van duurzame inzetbaarheid.
Voor het volledige rapport ga je naar: