Meer zien met een meerperspectivische bril (deel 3)

Type: Nieuws
Datum: 13 December 2021

Heb je deel 1 en 2 gemist of wil je nog een keer terug lezen? Lees deel 1 van het interview. Lees deel 2 van het interview.  

Deel 3: In gesprek met Twie Tjoa en Said Kadrouch

We gaan verder met het thema inclusie, dat betekent dat alleen representatie niet genoeg is. Er is meer nodig dan alleen sensitief te zijn in de praktijk.  

Said; ‘beleid en regels kunnen behoorlijk in de weg zitten om te zien wat mensen echt bezighoudt. Gisteren was ik bij een van mijn zusjes en zij vertelde over een conferentie die over armoede ging.  Een clubje ambtenaren hield zich daar mee bezig is. Zeker met hele goede bedoelingen maar zij beschikken zelf alleen over theoretische en professionele kennis, ervaringskennis wordt dan gemist.  Voor dat je het weet ga je voor die ander denken maar als je niet weet wat de effecten van beleid kunnen zijn, kun je een probleem dan wel tackelen.’

Twie; ‘ja herkenbaar, zoals gebeurde bij de toeslagen affaire, dan raak je in een ivoren torentje omdat je ervaringskennis mist, de kennis die je aan den lijve voelt. Dan raken mensen hun bescherming kwijt en creëer je, ook onbedoeld, onveilige situaties.’

Said: ‘je valt dan in de valkuil van het stereotyperen. Een van mijn andere zusjes is een alleenstaande moeder, zij heeft jaren geleden gebruik gemaakt van een pgb en kreeg veel te maken met de Belastingdienst. Zij vroeg zich bij de toeslagenaffaire ook wel af of ze op een of andere zwarte lijst stond.’

Twie:” zelf maakte ik mee dat ik moest solliciteren na een collectief ontslag op het werk. Bij DWI kwam ik een jonge ambtenaar tegen die vroeg “zo mevrouwtje, heeft u nog meer gedaan dan alleen de basisschool?” Welk beeld heeft hij van mij, van een oud mevrouwtje, van kleur met een chinees uiterlijk die hij mogelijk associeert met een laaggeschoolde restaurant chinees? En recenter kwam mijn broer in het ziekenhuis te liggen, hij zag er heel kwetsbaar en fragiel uit, terwijl hij eigenlijk stoer is. Dat hij een vliegtuigbouw ingenieur was daar keek de arts van op. Dat zagen wij. Dit soort beelden zijn geïnternaliseerd, mensen zijn zich vaak niet bewust van hun vooroordelen of negatieve beeldvorming. Het is heel hardnekkig.’

Said: “in de ggz is cultuursensitief werken een aandachtspunt. De reflex is dan dat een raad van bestuur dan iemand zoekt die een andere culturele achtergrond heeft, die de taak krijgt het diversiteitsbeleid uit te voeren. Dan heeft de organisatie een diversiteitsmanager en het probleem is getackeld. Diversiteit in alle vormen, maten en kleuren is vaak echter niet zichtbaar in een raad van bestuur. Het onderwerp blijft er dan bij hangen. De ervaringskennis is juist bedoeld om niet onder de radar te blijven, een hele instelling moet doordesemd raken door ervaringskennis. Niet denken dat de blaam alleen anderen treft.’

Twie; ‘inclusie moet aan de top beginnen. In ieder geval moet iedereen training doen, minimaal is een voorlichting of een studiedag, beter is het om managers bij elkaar te halen en te trainen in ervaringskennis over diversiteit. Een goed voorbeeld is dat het Netwerk Caleidoscopia gevraagd is door een organisatie om getraind te worden. Ja, op alle dimensies van diversiteit: genderidentiteit, klasse, etniciteit, talent/beperkingen, etc. door de dragers van ervaringskennis zelf. En natuurlijk ook van onderop. Niet alleen overdragen aan een ‘excuus Truus of Guus.”

We bespreken hoe we als ervaringsdeskundigen kunnen bijdragen aan een grotere sensitiviteit voor allerlei dimensies van diversiteit in ons werk.

Said; ‘Vanwege mijn achtergrond, ben ik wat meer gericht daarop en probeer ik me van mijn eigen vooroordelen bewust te zijn. Ik wil eerst de ander zelf horen. Ik probeer vertroebeling van het beeld tegen te gaan, strubbelingen en communicatiestoornissen te voorkomen. Bescheiden zijn past bij me, ook naar collega’s ben ik best bescheiden. Ik heb het er wel over, nuanceren is goed denk ik anders ga je juist stereotiep denken, ieder heeft unieke verhalen. Misschien zijn er wel wat algemene verschillen tussen mensen met een Marokkaanse en Nederlandse afkomst, maar dat zijn meer abstracte dingen. Hoe individueler het wordt, hoe meer van die algemene overeenkomsten ook wegvallen. Ik merk, dat Marokkanen bv. niet altijd zo happig zijn op psychische hulp.  Dat kan achterdocht zijn. Of omdat ze andere beelden hebben over psychische hulp.’

Twie; ‘het gaat ook over of je vanuit collectieve ervaringen of vanuit individuele ervaringen spreekt.  Vanuit de collectieve ervaring kun je zeggen dat het Marokkaanse veld of het Surinaamse veld er anders uit ziet. En misschien komen mensen ook graag een hulpverlener van kleur tegen.’

Said; ‘toen ik net was begonnen bij Lister gaf ik bij een teamintervisie aan dat ik er voor wil waken om alleen cliënten te krijgen met een Islamitische of Marokkaanse achtergrond. Dat lijkt me niet goed. Dus niet alles op het bordje leggen van die ene professional of manager.’

Twie: ‘daar sta ik achter, ik heb ook andere deelidentiteiten en deskundigheden, daar zit in wie ik ben en wat ik kan. Tegelijkertijd heb ik het idee dat je je meer op je gemak kunt voelen als je iemand tegenkomt die op je lijkt. Het gaat om de vraag van de cliënt. Maar als een oudere witte persoon in een zorgcentrum niet door een hulpverlener geholpen wil worden omdat zij/hij zwart is, dan is er sprake van uitsluiting en kwetsing, dan zou ik dat afwijzen.’

Said; ‘ik kan ook iets betekenen en iets delen met bijvoorbeeld een Nederlandse vrouw die ook van hardlopen houdt. Een klik is fijn. Uit sommige onderzoeken komt ook naar voren dat het niet zo uitmaakt welke therapie je krijgt maar als het klikt met de behandelaar werkt een therapie beter. Dan gaat het om je safe voelen. Precies wat Twie zegt, dat kan dan iemand zijn die qua uiterlijk op je lijkt. Vrouwelijke cliënten willen soms liever geen man als hulpverlener. Zo wilde een cliënt geen Marokkaanse man als begeleider, vanwege nare ervaringen omdat ze dat met haar ervaring associeert. Dat kan ik wel begrijpen. Ik ben toch met haar in contact gekomen en heb nooit het idee gekregen dat ze zich ongemakkelijk voelde. Ze had zelf niet gedacht of verwacht dat ze zoveel persoonlijke dingen kon delen met iemand van wie ze van tevoren dacht dat ze die niet in haar buurt wilde. Ook met dat soort wensen en voorkeuren kun je veranderen, een breder beeld krijgen. En ik hoop, dat het haar ook in haar herstel wat heeft gebracht.

Twie; ‘het komt toch neer op het delen van elkaars verhalen, dan kom je achter welk verhaal er achter iemand leeft. Zelf bewust zijn van je eigen deelidentiteiten is belangrijk. In het kader van de Intersectionaliteit gebruiken we vaak het begrip deelidentiteiten.’

Said: “ik kan me dat voorstellen. Toen ik in de ggz rolde leek het erop dat mijn psychische achtergrond de overheersende identiteit was, terwijl er nog zoveel lagen onder zitten die aandacht nodig hebben, die gezien mogen worden. Je sociale status, je migratie achtergrond. Met hoeveel ouders ben je opgegroeid, heb je armoede gekend? Ik begin nu pas te pulken aan wat het effect van migratie was bij zo lang in de knoop zitten met mezelf. En dan moet ik ook nog kijken of er sprake is van autisme, ja of nee. Herstellen, dat kan je van veel kanten bekijken, daar zitten misschien meerdere kanten aan vast.”


Foto 1: Marjo Boer, Twie Tjoa en Said Kadrouch. Foto 2: Said Kadrouch. 
Marjo Said en Twie Foto Said Kadrouch