Supervisie is methodische vorm van professionele begeleiding aan hoger geschoolde professionals (of professionals in opleiding). De supervisie wordt uitgevoerd door een supervisor. Het wordt gegeven aan professionals met mensgerichte beroepen waarbij de eigen persoon als een belangrijk instrument wordt ingezet in het uitoefenen van het beroep.
Voorbeelden daarvan zijn de huisarts, de sociaal werker, de predikant, de leraar, de jeugdzorgwerker, de verpleegkundige, de leidinggevende, de coach, enzovoorts. In al deze beroepen wordt van de betreffende professionals gevraagd om goed om te kunnen gaan met het emotionele appèl in diverse situaties. Vervolgens moeten ze dit kunnen omzetten in adequaat beroepsmatig handelen. Dat betekent dat ‘persoon’ en ‘werk’ bij elkaar komen.
Deze vereiste integratie van persoon en werk is iets wat gedurende een loopbaan steeds opnieuw om aandacht vraagt en verder ontwikkeld kan worden. Zowel mensen als beroepscontexten veranderen immers voortdurend.
Om een goed beeld te krijgen van wat de cliënt bezighoudt en welke begeleiding hij of zij nodig heeft, maakt de supervisor gebruik van verschillende werkvormen en benaderingswijzen. Deze zet de supervisor niet alleen in om de vraag boven tafel te krijgen, maar ook om de cliënt te laten leren van zijn of haar ervaringen in bepaalde werksituaties.
De begeleiding van de supervisor is zelf ook in ontwikkeling. Er worden ervaringen rond situaties met patiënten, cliënten, studenten of burgers besproken en er komen vraagstukken over onderlinge samenwerking en afstemming met professionals op tafel.
De supervisor is zich nadrukkelijk bewust van de verschillende contexten waar de professionals rekening mee dienen te houden. Denk aan de mogelijke spanning tussen het eigen vakmanschap, richtlijnen van een beroepsvereniging en die van de organisatie van waaruit een professional werkt. De supervisor helpt te reflecteren op ervaringen daarmee. Hierdoor wordt, het op een goede manier omgaan met deze spanningen, onderdeel van de professionele identiteit van de betrokken professional.
De supervisor is vaak een senior in een bepaalde professie en heeft zich het supervisorschap eigen gemaakt. Dat betekent dat hij of zij de kennis uit het eerste beroep meeneemt en integreert in zijn of haar rol als supervisor. Een eigen persoonlijk-professionele inkleuring hoort daarbij.
De supervisor evalueert zijn of haar werk onder andere door de professionals, die hij of zij heeft begeleid, om feedback te vragen. Hij of zij werkt transparant en geeft inzage in zijn of haar werkwijze, bijvoorbeeld in intervisieverband met beroepsgenoten.
Werken aan de eigen professionele ontwikkeling is belangrijk en vanzelfsprekend. De supervisor is nooit uitgeleerd. Kennis delen met collega’s is belangrijk. Door de reflectie op de eigen professionele praktijk om te zetten in workshops, geschreven publicaties, trainingen of methodiekontwikkeling leveren veel supervisoren een bijdrage aan de ontwikkeling van het vakgebied.
De supervisor onderschrijft en houdt zich aan de geldende criteria voor de beroepsgroep en aan de LVSC gedragscode.