Oude gevoelens in het nieuwe normaal
Blog Ledenwijsheid – Truus van der Veen (mei 2021)
“Hoe kijk jij naar deze tijd, vanuit jouw kennis over overdracht en tegenoverdracht en wat kunnen we hierin over onszelf leren?’ Een mooie vraag, gesteld door Margriet de Roos.
Daar moest ik dus even voor gaan zitten en de vraag op mij in laten werken. Het afgelopen jaar, dat in het teken stond van Corona, is voor mij een rollercoaster aan nieuwe (leer)ervaringen geweest. Ik werk als trainer, opleider video-hometraining, supervisor en intervisor voor jeugdzorgorganisatie Vitree in Flevoland. Van de ene op de andere dag vielen mijn fysieke bezigheden stil en moest een switch gemaakt worden naar het online werken.
Mijn eerste ervaring die raakt aan het onderwerp overdracht en tegenoverdracht in deze tijd, is die met de online omgeving zelf. Of eigenlijk…. met mezelf in die nieuwe context. Wat voelde ik me onhandig, dom, faalangstig, soms ontoereikend en overprikkeld. Waar mijn eigen kinderen en collega’s moeiteloos de omgang met computers en online programma’s leken te doorzien, voelde ik me in eerste instantie wegzakken in een moeras van frustratie, van ‘niet-weten’, ‘niet-begrijpen’ en was ik bereid het bijltje erbij neer te gooien. Vervroegd met pensioen dan maar? Een sabbatical tot dit zou zijn overgewaaid? Totdat ik mezelf op een bepaald moment stilzette en dacht: ‘wacht even… waar ken ik dit gevoel ook alweer van? Waarom maak ik mezelf kleiner dan nodig?’
Als het gaat om overdracht, dan beleef je in een (supervisie)relatie gevoelens die eigenlijk voor iemand anders bedoeld zijn, meestal iemand uit je kindertijd. Je draagt gevoelens en gedachten die gericht zijn op de ene persoon, over op een andere persoon, in dit geval de supervisor. Tegenoverdracht is de overdracht vanuit de supervisor naar de supervisant. Het gaat hier om reacties van de supervisor die eigenlijk voortkomen uit belangrijke relaties in zijn eigen verleden, en zijn persoonlijke behoeften. Niemand is perfect, ook de supervisor niet.
Nu voldoet mijn ervaring niet helemaal aan de definitie van (tegen)overdracht. Overdracht gebeurt in de relatie, maar de heftige “oude” gevoelens die tot overdracht kunnen leiden waren er wel. Ik merkte dat deze oude gevoelens bij mij werden getriggerd door de situatie en hoe ze mij uit balans brachten. Fysieke bijstand van collega’s was niet direct voorhanden vanwege de lockdown, waardoor ik me behoorlijk op mezelf teruggeworpen voelde.
Hoe herken je overdracht bij jezelf of anderen? Heftigheid van een gevoel (bijvoorbeeld irritatie, teleurstelling of onmacht) in relatie tot een ander kan een waarschuwingsteken zijn. Het is dus belangrijk dat je openstaat voor gevoelens, voor wat er bij jou én bij de ander gebeurt. Dat moet je dus als supervisor voor jezelf onderzoeken. Het boven tafel halen en bespreekbaar maken kan je bewust maken van de achterliggende gevoelens en dat is een eerste stap richting het hanteren van (tegen-)overdracht.
En ja, (tegen-)overdracht vindt ook plaats in de online (supervisie)relatie. Het gaat over gevoelens, wensen, verwachtingen en oordelen, waar je je ook online bewust van kunt worden. Eenmaal mijn eigen oordeel, weerstand en angst overwonnen, zijn mijn ervaringen met online supervisie positief en kwam er weer ruimte voor de ander. Ook online kan het contact tijdens de supervisie diepgaand en open zijn. Ook online kunnen gevoelens, ook de lastige, worden besproken. En soms lijkt het online zelfs makkelijker te gaan om je uit te spreken dan live, merk ik bij mezelf én bij mijn supervisanten.
Inmiddels doe ik alle verschillende soorten begeleiding in mijn werk volledig online. Ik heb geleerd ook hier het ‘niet-weten’ te verdragen en dat ik me ongemakkelijk mág voelen. Het accepteren van deze “oude” gevoelens helpen me om uit de (tegen)overdracht te blijven. Het in ieder geval op te merken, omdat (tegen-)overdracht meestal een onbewust proces is.
Ik ben er trots op dat ik mijn werk nu online vorm kan geven. Ik werd stilgezet door de crisistijd en heb vooral mezelf stilgezet toen ik dreigde vast te lopen met mijn eigen gevoelens en gedachten.
Een leersupervisor zei eens tegen mij: “Als het er bij jou mag zijn, mag het er ook bij de ander zijn”. Nu valt deze opmerking ook online op zijn plek.
(Otero, 2013)
Ik draag het stokje graag over aan Annie de Jonge-Seepma. Jij houdt je bezig met ‘de menselijke maat’ en ‘praktische wijsheid’. Wat betekent dit voor jou en hoe geef jij hier vorm aan in deze tijd?
Truus van der Veen
Naar overzicht