Meer zien met een meerperspectivische bril (deel 1)
Marjo Boer docent supervisiekunde en ervaringsdeskundigheid heeft Twie Tjoa en Said Kadrouch geïnterviewd over diversiteit, ervaringskennis, je thuis voelen, gezien worden en inclusie. We publiceren het interview in drie delen. Hieronder lees je deel 1.
Deel 1: Twie en Said over diversiteit en ervaringskennis!
Inleiding
Juist vanuit een ervaringsdeskundig perspectief is het belangrijk om in onze gevoeligheid voor diversiteit te blijven verdiepen. Met een meerperspectivische blik kunnen we meer zien en openstaan voor verschillen én overeenkomsten. En herkennen dat bepaalde deelidentiteiten gemakkelijker sociale in- en uitsluiting teweeg kunnen brengen. Dit interview komt voort uit de wens van de VvEd-leden om diversiteit op de kaart te zetten bij de vereniging. Het biedt ook een kans op inhoudelijke verdieping van onze collectieve ervaringskennis. Twie, Said en Marjo spreken elkaar 22 maart 2021 voor een eerste keer. En een week later vindt het tweede gesprek plaats, nadat we alles hebben kunnen laten bezinken.
Een eerste kennismaking
Twie is al jaren leersupervisor, gastdocent bij de PAO leergang supervisiekunde en supervisor bij de post-hbo Leergang Ervaringsdeskundigheid Veerkracht, de LEV. Zij heeft ervaring met hoe transmigratie impact op je leven en werk heeft. Twie is van Indonesië naar Suriname gevlucht en later naar Nederland gekomen vanwege haar gezondheid. Zij weet uit ervaring hoe het voelt om uitsluiting, discriminatie en racisme mee te maken. Haar ervaringsverhaal kun je vinden in het boek Van levenservaring naar ervaringsdeskundigheid. Ze heeft haar ervaringen tot ervaringskennis ontwikkeld en benut in de ontwikkeling van het spel Caleidoscopia. Net voordat het interview start heeft ze de Gouden Vioolspeld gekregen van de Stichting Between the Lines. Jaarlijks wordt deze onderscheiding door de stichting toegekend aan een vrouw die in de geest van Sophie Redmond, de eerste vrouwelijke arts in Suriname, anderen inspireert met haar werk. Sophie Redmond is te vergelijken met Aletta Jacobs. De prestigieuze prijs gaat altijd naar rolmodellen met buitengewone prestaties op maatschappelijk en/of cultureel gebied. Twie is diep ontroerd door deze prijs.
Said Kadrouch is Peer Support Werker bij Lister GGz. Hij was betrokken bij het User Research Centre (URC) en is een fervent hardloper. Toen ik Said benaderde begreep hij onmiddellijk dat diversiteit een belangrijk thema is in de GGz. Hij vertelde dat hij door hulpverleners nooit gevraagd is in hoeverre opgroeien in Nederland met een Marokkaanse achtergrond een rol speelde in zijn psychische ontregeling. Hij is in Marokko geboren en op tweejarige leeftijd geëmigreerd naar Nederland. Na de middelbare school heeft hij in Leiden Psychologie gestudeerd. Tijdens zijn studie begon hij last te krijgen van depressies en kreeg hij uiteindelijk een psychose. Said vertelt dat hij de laatste maanden ontdekt heeft dat hij naast zijn ervaring met psychose en depressie waarschijnlijk ook klachten heeft die te maken hebben met het autisme spectrum. Na jarenlange behandeling en een aantal opnames, werkte hij aan zijn herstel en in 2016 volgde hij de opleiding tot ervaringsdeskundige bij Howie the Harp.
Het interview
We bespreken een aantal onderwerpen met elkaar. Zoals over de metafoor van een veenbrand die doorwoekert, dat achterstelling zo weerbarstig is, wat het betekent als je niet gezien wordt en opmerkingen te horen krijgt als bij jou valt het wel mee. Ook bespreken we hoe we een breedbeeld kunnen ontwikkelen en daadwerkelijk werk maken van inclusie. Hoe ongemak meer ontspannen kan raken. Wat we daarin kunnen doen.
Said: ‘ja het is belangrijk om ook diversiteitservaringen tot ervaringskennis te kunnen ontwikkelen. En te delen met mensen, zoals nu met mensen zoals jullie, die ik nog niet zo goed ken. Daar haal ik ook moed uit voor mezelf. Niet meer in je eentje zaken opkroppen. Dit heb ik eerder met veel andere dingen ook gedaan. Ook dingen die te maken hebben met mijn achtergrond, ik sprak me vaak niet uit. Niet durven zeggen wat ik ergens van vind en hoe ik me ergens over voel. Van mezelf uit ben ik terughoudend en voorzichtig. Een conflictmijder. Wat anderen vinden en zeggen probeer ik me niet meer zo aan te trekken. Niet meer te zien als mijn probleem en het echt bij de ander te laten.’ We praten over de veenbrand. Van zaken die ondergronds spelen, dat er niet veel aan de hand lijkt te zijn. Maar als je iets dieper kijkt zie je dat er toch dingen scheef zijn en niet kloppen. Said geeft voorbeelden zoals hij heeft ervaren op de middelbare school en universiteit. De opmerking krijgen dat je Nederlands zo goed is! Dat kan je opvatten als; jij bent een van ons en dat als compliment horen. Maar waarom wordt het bij mij zo benadrukt. ‘Hoe langer ik daarover nadacht dat het voor iemand die op z’n tweede hiernaartoe is gekomen normaal is om goed Nederlands te spreken hoe meer vragen het opriep. Waarom moet dat benadrukt worden. Je zou kunnen zeggen dat mensen het goed bedoelen, ze geven dat compliment oprecht. Het klinkt alleen alsof ik toch een Marokkaan ben maar dan wel een bijzondere.’
Twie vindt dat herkenbaar, ‘het is een ondertoontje, jij bent knapper dan de rest. Jij komt toch uit Nederlands-Indië, ja die mensen hebben een innerlijke beschaving.’
Said ‘dan wordt het een norm. En blijkbaar vinden we, dat iedereen aan die Nederlandse beschavingsnormen moet voldoen. Goed of niet goed Nederlands spreken, het zou niet uit moeten maken voor hoe er met je om wordt gegaan. Mijn vader was een jaar of 18 toen hij hier kwam. Hij heeft eigenlijk nooit op school gezeten en eenmaal hier heeft hij veel zelf moeten leren en uitzoeken. Hij redt zich inmiddels redelijk wat betreft de taal. Ik denk dat het voor hem wel meer moeite en inspanning gekost heeft dan voor mij. Het is dan ook niet zo vreemd, dat hij zich vreemdeling of buitenstaander voelde, omdat hij wat gebrekkig Nederlands en met een accent praat. Dat de generatie die hier geboren en opgegroeid is ook te maken heeft met allerlei subtiele en minder subtiele manieren van uitsluiting geeft wel te denken. Die veenbrandjes kunnen ervoor zorgen dat mensen zich dan toch niet thuis of welkom voelen.’
Inmiddels zijn er verkiezingen geweest, en ondanks het feit, dat Nederland met deze uitslag duidelijk weer een stuk naar rechts is opgeschoven, is de Kamer ook diverser en inclusiever geworden. Meer vrouwen, de eerste zwarte vrouwelijke fractievoorzitter, een vrouw met hijab, de eerste transgender persoon, dat geeft toch wel hoop. Ik denk dat het alleen maar goed is, als ook de politiek een afspiegeling is van de samenleving.
Naar overzicht