Boos!!
Blog ledenwijsheid - Corrie Horrel (november 2021)
Vermoeid vertelde ik thuis over een Teams-vergadering op mijn werk waar ik met veel overbodige regelgeving geconfronteerd werd. Verbaasd zei mijn man: “Volgens mij ben je boos”. Dat zette mij stil. Al pratend ontdekte ik dat ik inderdaad kwaad was en het plezier van het lesgeven aan mijn groep door de vergadering helemaal op de achtergrond kwam.
De vorige blogschrijver, Martin Rietman, vroeg me waar ik energie van krijg en hoe ik als supervisor voor mezelf zorg om die energie te blijven houden.
Hartelijk dank voor je vraag Martin. Ik realiseer me dat de vergadering waar ik mee begon me stil zet bij jouw vraag: waar werd ik nu zo moe van? Belangrijker is de omkering van de vraag: wanneer ervaar ik dat ik vol energie mijn werk kan doen?
Oude patronen herkennen
Ik word blij van de mogelijkheden die supervisie mij geeft. Niet alleen als supervisor of docent, maar ook in mijn dagelijks leven. Supervisie gaat over methodiek, context van je werk en zicht hebben op je eigen professionele identiteit. Het voorkomt dat ik in discussie ga, adviezen geef of van werkervaringen een interessant onderwerp maak. Stil staan bij mijn eigen gevoel en gedrag, helpt mij vragen aan mezelf te stellen en uit de projectie weg te blijven. Ik leer nog steeds oude patronen bij mezelf te herkennen en hoe die mij in supervisie in de weg kunnen staan als ik ze niet onder ogen zie.
Niet toegestane emoties
Toen ik zelf de supervisorenopleiding volgde heeft de les over het model toegestane- en niet toegestane delen in de mens me veel opgeleverd. In onze opvoeding hebben we veel ongeschreven regels, normen en waarden meegekregen. Opvattingen die we hebben verinnerlijkt en die ons vaak onbewust aansturen. Bijvoorbeeld: ‘kan niet ligt op het kerkhof’, flink zijn, niet zeuren, wie vraagt wordt overgeslagen… Als we in de relatie met de ander geraakt worden omdat een vanzelfsprekende opvatting in het geding komt, voelen we ons klem zitten.
Ik besefte dat ik veel onbewuste overtuigingen had, waardoor ik evenzoveel gevoelens niet toestond. Zo kom ik terug bij mijn ervaring tijdens de Teams-vergadering. Ik kreeg in ieder geval geen energie van deze vergadering, in tegendeel ik werd hier boos en bekaf van.
Maar is dat wel zo? Werd ik niet moe van mijn eigen oude patroon? Toen ik met het model van toegestane- en niet toegestane delen ging werken ontdekte ik dat boosheid een niet toegestane emotie voor mij was. Mijn invulling van de emotie boosheid ging gepaard met angst voor afwijzing en eenzaamheid. Dat moest ik te allen tijde voorkomen en dat kostte me enorm veel energie. Ik werd er onzeker van.
Onrust en onzekerheid
Ik ontdekte dat niet de vergadering me moe maakte, maar mijn eigen verbod om kwaad te mogen zijn. Ik was in mijn oude patroon terecht gekomen: harmonie is goed, kwaadheid is slecht.
Ik ervaar dan onrust, het “niet weten” schuurt. Om me tegen de onrust te beschermen verval ik in oude patronen en routines. Als ik onrust durf te ervaren en leer te hanteren kan ik oude overtuigingen heroverwegen en mijn onzekerheid niet als probleem zien, maar erkennen. Dat geeft ruimte.
Angst voor afwijzing
Nu is het echt niet zo dat deze ontdekking en dit inzicht me meteen een handvat geeft om “het goede” te doen. Ook ik voel angst om te erkennen dat ik kwaad ben, want de oude overtuiging dat dit eenzaamheid en afwijzing met zich mee zal brengen zit diep en is niet zomaar door een paar nieuwe inzichten weggepoetst. Wat ik te doen heb is eerlijk zijn, mijn kwetsbaarheid erkennen en met de volledige boodschap komen.
Als supervisor heb ik er veel respect voor als supervisanten onder ogen durven zien welke overtuigingen, oude normen en belemmerende gedachten hun gedrag stuurt. Dit nieuwe inzicht brengt kansen tot nieuw gedrag met zich mee.
Energie op het pad van ontdekkingen
Als ik in een supervisietraject met supervisanten mee mag lopen op het pad van ontdekkingen over hun professionele gedrag en de drijfveren daarvan, ervaar ik veel energie. Dat betekent wel dat ik zelf in staat moet zijn me bewust te zijn van wat ik in de relatie en in het werken met de supervisant in mezelf tegenkom. Zo voorkom ik dat ik in dualiteiten terecht kom en mijn niet toegestane deel op de ander ga projecteren. Als ik mijn gevoelens onderken en ontdek wat ze mij te vertellen hebben, wordt de supervisierelatie wederkerig en ervaar ik contact en verbinding. Daardoor hoeven we niet meer iets te presteren, maar leren zowel de supervisant als ik van elkaar.
Anne Uijttenboogaart, collega bij de huisartsenopleiding en supervisor, nodig ik uit de volgende blog te schrijven. Anne, ik weet dat je een studie volgt waar spiritualiteit een grote rol speelt. Hoe kijk jij vanuit die invalshoek tegen supervisie aan? Wat is voor jou de zin van supervisie? Ervaar jij “zin” in supervisie?
Corrie Horrel
Naar overzicht